Ijdel, Koket, Pedant, Pagadet, Aanhalig

Gemak, Vrede

Fijn, Echt, Leuk, Mooi, Emmes, Lekker, Senang, Prettig, Agreabel, Bevallig, Gemelijk, Gezellig, Aangenaam, Comfortabel

Bustehouder

Nepotisme

Faveur, Weldaad, Voorkeur, Zegening, Bedekking, Nepotisme, Protectie, Bescherming, Bevordering, Favoritisme, Bevoordeling, Voortrekking

Donateur, Beschermheer

Mecenas

Klant, Cliënt, Fautor, Patroon, Donateur, Maecenas, Beschermer, (Van Kunst), Bevorderaar

Loven, Begeren, Steunen, Inwijden, Zegenen, Bevorderen, Patroneren, Protegeren, Favoriseren

Tekort doordat in de begrotingsperiode de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten

Budget, Raming, Beraming, Evaluatie, Schatting, Berekening, Kostenraming

Ramen, Beramen, Schatten, Berekenen, Evalueren, Waarderen, Vaststellen

Bevitten, Beknorren

Saluutschot